Met een order op zak van Frits Diepen Vliegtuigen voor 100 F.25 Promotor zaken- en taxi-vliegtuigen leek er een zonnige toekomst weggelegd voor het eerste na-oorlogse Fokkerontwerp. Binnen een jaar na de eerste vlucht van het prototype bevond het project zich echter in onoplosbare technische problemen. Frits Diepen zag zich genoodzaakt zich uit het project terug te trekken, waarna Fokker besloot 20 Promotors voor eigen rekening te bouwen. Er werd er niet één verkocht en wegens ruimtegebrek in de Fokkerfabriek werden de toestellen daarom opgeslagen in een hangar op Soesterberg. Na enige tijd werden alle Promotors uiteindelijk gesloopt.
De (luchtvaart-)pers had geen idee wat er ten aanzien van de Promotor allemaal achter de schermen speelde en bleef hoera-verhalen de wereld in sturen. Wat overigens wel opvalt is dat de berichtgeving in de pers over de Promotor steeds meer opdroogde en dat blijkbaar niemand zich afvroeg hoe dat nou toch kwam.
Dit boek vertelt het volledige verhaal.
Het boek telt 368 pagina’s en 402 foto's, prijs €45,00. ISBN 9789491993145
Vrijdagavond 15 november 2019 hield ik het Difoga- en Promotor-boek ten doop in de raadszaal van het gemeentehuis in Hoogerheide - Woensdrecht.
Lees hier het hele verhaal: https://woensdrecht.nieuws.nl/lezing-100-jaar-luchtvaart-en-boekpresentatie-fokker-f25-in-raadszaal-hoogerheide/
Ook de Halsterse- en Zuidwest Krant besteedden aandacht aan de presentatie:
https://www.halsterse-zuidwestkrant.nl/nieuws/algemeen/18396/viering-100-jaar-luchtvaart-
Evenals de Geschiedkundige Kring Bergen op Zoom:
http://www.geschiedkundigekringboz.nl/100-jaar-luchtvaart-in-nederland/
Precies een week na het verschijnen van het Promotorboek kreeg ik een email van Gerhard Horstink waarin hij wat aanvullende informatie over de bijna-verkoop van een Promotor aan Herman Castelijns aandraagt… en twee interessante foto’s.
In het Promotorboek schrijf ik:
Een paar maanden na Dolf Burgerhout meldde zich een tweede, redelijk definitieve koper van een Promotor bij Fokker. Dat was H.J.A. (Herman Jozef Anton) Castelijns, die woonde op Bezuidenhout 331 in Den Haag. Castelijns was paardenfokker en paardenhandelaar en tijdens de oorlog maakten paarden uit zijn renstal regelmatig furore op Duindigt. Na de oorlog woonde hij overigens meestal in Zuid-Frankrijk of Spanje. Op Bewijs van Inschrijving (BvI) No.661, gedateerd 5 november 1948, waarmee de Promotor met c/n 6073 werd geregistreerd als PH-NBR, werd de tenaamstelling van de NV Nederlandse Verenigde Vliegtuigfabrieken Fokker op enige moment gewijzigd in H.J.A. Castelijns. Op 28 januari 1949 werd daar de opmerkingen aan toegevoegd: ‘nog niet officieel overgeschreven’. Op 9 februari 1949 werd bij de RLD een ‘Aanvraag voor overschrijving van een luchtvaarttuig’ ingediend, ondertekend door zowel Fokker-directeur Vos als Herman Castelijns. Op het nieuwe BvI No.199, van 28 februari 1949, werd ook de naam van Castelijns ingevuld. De PH-NBR zelf bevond op dat moment, samen met de PH-NBL, voor proefvluchten in Spanje of was daar mogelijk al onherstelbaar beschadigd door een enorme hagelbui. Dat laatste hoefde voor Castelijns geen probleem te zijn, want Fokker had voldoende onverkochte Promotors op voorraad. Hoe het ook zij, net als bij Burgerhout ging ook de verkoop aan Castelijns niet door. In plaats daar van kocht hij in 1950 in de Verenigde Staten een fraaie Cessna 170 (c/n 19169) die hij op 11 september van dat jaar in Frankrijk liet registreren als F-OAGF op naam van zijn vrouw, ‘Madame Elizabeth Castelijns – Pientak, Bezuidenhout 331, La Haye, Pays-Bas’, met als standplaats ‘Aérodrome d'Ypenburg (Hollande)’.
Gerhard schrijft mij onder meer:
In de fotoalbums van de familie Castelijns trof ik bijgaande zwart-wit foto's aan: Sinterklaas uit een F.25 Promotor (waarschijnlijk in Nederland gezien het straatstenen platform) en de doorverkochte Cessna in Spanje; beide foto's dateren waarschijnlijk uit ca.1950, maar dat is mogelijk nog na te gaan. (…) Deze Cessna heeft enkele weken op naam gestaan van zijn toenmalige echtgenote. (…) Vervolgens is de Cessna alweer verkocht in Spanje en kreeg de registratie EC-AFB. De Cessna zou mogelijk nog vliegend zijn, maar dat is een ander verhaal.
Waarschijnlijk december 1948: Sinterklaas stapt uit de Fokker Promotor die bedoeld was voor Herman Castelijns.
Toen de koop van de Promotor uiteindelijk niet doorging kocht Herman Castelijns in Amerika een fraaie Cessna 170, die aanvankelijk in Frankrijk werd geregistreerd als F-OAGF, maar die al snel naar Spanje verhuisde als EC-AFB.
Fraaie recensies van Coert Munk van mijn twee laatste boeken in 'Logboek', het blad van DDA Classic Airlines, van februari 2020.
Fraaie recensie van Giesbert Oskam in het december-nummer van 2019 van 'Verenigde Vleugels
Recensie van Harm J. Hazewinkel in ‘Luchtvaartkennis’ van december 2020, het tijdschrift van de afdeling Luchtvaartkennis van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart.
In LUCHTVAARTKENNIS 2016/1 stond een groot artikel over de Fokker F.25 Promotor van de hand van Willem Vredeling en Rob Hamann. Wie dacht dat daarmee alles over dit Fokker product gezegd was, vergist zich echter. De onvermoeibare Theo Wesselink is er in geslaagd over die Promotor en over de Difoga 421 een kloek boek het licht te laten zien, waarin trouwens - zoals we bij deze auteur mochten verwachten - nog veel meer aan de orde komt. Die twee vliegtuigen hebben natuurlijk ook een verbindende factor en dat is Frits Diepen. Zo is in het boek ook veel over deze belangrijke figuur in de Nederlandse luchtvaart te vinden. Omdat de Promotor dan ook nog eens het eerste naoorlogse ontwerp van Fokker was, wordt ook nog uitgebreid op de geschiedenis van de fabriek in die jaren ingegaan. Het boek geeft dus meer dan de titel aangeeft.
Na enige inleidende hoofdstukken over de Fokkerfabriek in de jaren dertig en over Frits Diepen als autohandelaar, rallyrijder en luchtvaartenthousiast in de vooroorlogse jaren zijn we inmiddels al op blz. 65 als het Difoga vliegtuig aan de orde komt. Waarschijnlijk is dit de eerste keer dat de geschiedenis van het ontstaan, gedurende de Tweede Wereldoorlog, onder de Duitse bezetting en na de bevrijding, van dit ontwerp van Henk Koekebakker zo uitvoerig wordt beschreven. Het verhaal is in de loop der jaren met veel legenden omweven, maar de auteur heeft een goede poging gedaan, voor zover na zoveel jaar mogelijk, voor zover mogelijk “Wahrheit” van “Dichtung” te scheiden.
Zoals bekend heeft de Difoga 421 maar weinig gevlogen en berichten over vluchten na 28 augustus 1946 zijn er niet, ook al was de machine nadien nog wel te zien geweest. Vooral interessant zijn de foto’s die Jan Fortuin, die direct na de oorlog bij de bouw van de Difoga 421 was betrokken, van die bouw heeft gemaakt. Ook wordt nog ingegaan op de andere ontwerpen van Koekebakker, waarbij het zweefvliegtuig overigens Koekebakker 491 en niet - correct - KNWL 491 wordt genoemd.
Frits Diepen had intussen niet stilgezeten en nog in 1945 had hij contact met Fokker over de bouw van taxivliegtuigen, waaruit dan de bekende “Fokhovens”, gebaseerd op de vooroorlogse F.K. 43 voortkwam. Maar Diepen wilde meer en bij Fokker waren direct na de oorlog ook diverse ontwerpen gemaakt, waaronder Ontwerp 217, waaruit dan uiteindelijk de Promotor zou voortkomen. We gaan de geschiedenis van de Promotor, die trouwens in het kort in het bovengenoemde artikel in ons blad al is beschreven, niet nog eens herhalen. Dat het niet allemaal over rozen ging mag bekend worden geacht. Dat alles is met veel details in het boek van Theo Wesselink uitvoerig beschreven, waarbij ook de wederopbouw van de Fokkerfabriek in die periode ruime aandacht krijgt. Dit alles wordt geïllustreerd met vele foto’s, onder meer van de productie van de Promotor in Amsterdam-Noord, de promotiefoto’s en foto’s van de demonstraties in Engeland. Foto’s die niet algemeen bekend zullen zijn. Dat enkele meer dan een maal in het boek voorkomen is een schoonheidsfoutje dat licht te vergeven is.
Uiteindelijk is het met die Promotor natuurlijk niets geworden, al zijn enkele bijna verkocht en dat alles is hier uitgebreid beschreven. Daarbij passeren - zoals we van deze auteur trouwens gewend zijn - ook allerhande interessante, maar niets steeds direct relevante zaken de revue. Hij heeft er boven dien bewust - hij zegt het zelf in de inleiding – voor gekozen veel documenten, artikelen en krantenberichten in extenso af te drukken, waardoor het soms meer een bronnenpublicatie dan een verhaal is geworden. De leesbaarheid komt dit echter niet steeds ten goede. Maar alles tezamen een interessant boek over een minder bekende Fokker, dat zeker bij de ware Fokker liefhebber niet in de boekenkast mag ontbreken.